Lieve lezers van Onder de Loeb,
Het is hier even stil geweest. Maar vanaf vandaag ben ik terug en met meer humor, noodzaak en (over)bite dan ooit!
De afgelopen weken zat ik diep in de research voor mijn nieuwe boek Fopfeminisme, dat op Internationale Vrouwendag 2026 verschijnt. Ik ben zelfs begonnen met het schrijven van de eerste hoofdstukken! Erg leuk en spannend, en ik zal binnenkort al wat met jullie delen.
Toen ik begon met deze Substack had ik bedacht dat het naast een feministische blik op de actualiteit ook een plek kon zijn om ideeën voor het boek te toetsen, frustraties te ontleden en observaties te verzamelen. Veldwerk, maar dan met woorden. En toen kwam vorige week de perfecte test case voorbij: de Gender Gap Index — een jaarlijkse ranglijst van het World Economic Forum die meet hoe gelijk mannen en vrouwen zijn op het gebied van economie, onderwijs, gezondheid en politieke macht. Nederland bleek gezakt naar een beschamende plek 43. De reactie? Complete stilte.
De hond die niet blaft
In het verhaal ‘The Adventure of Silver Blaze’ lost Sherlock Holmes een mysterie op door op te merken wat er níét is gebeurd: de hond die niet blafte toen er 's nachts een paard werd gestolen. "Het wonderbaarlijke voorval met de hond in de nacht," noemde hij het (ja, dat is ook de titel van die roman uit 2003!). De stilte van de hond toonde aan dat de dief geen indringer was, maar een bekende, waardoor de hond dus niet op het onrecht reageerde.
Deze week zat ik te wachten op geblaf toen bleek dat Nederland in vrije val was geraakt op de Global Gender Gap Index: van de 28e naar de 43e plaats. We staan nu zelfs een plek achter Trumps Amerika, waar vrouwenrechten actief worden afgebroken.
Ik wachtte op de ophef. Op Jinek die vervroegd terugkwam van vakantie. Op een spoeddebat in de Kamer. Op #43isnietoke trending op X. Op zijn minst een klein berichtje op teletekst.
Maar er was alleen… stilte.
Wanneer Nederland op eenzelfde wijze was gezakt op de ranglijst voor concurrentiekracht, innovatie of zelfs fucking voetbal, zouden we een nationale crisis uitroepen. Maar gendergelijkheid? Nog niet eens een kuchje.
Die stilte vertelt het echte verhaal. De hond begint niet meer te blaffen omdat we hem hebben afgericht. Decennia van fopfeminisme hebben onze media, politiek en publieke opinie zo geconditioneerd dat genderongelijkheid niet langer als alarmerend of nieuwswaardig wordt herkend.
Het gidslandcomplex
We zien Nederland als een progressief paradijs, de polderversie van het beloofde land. Tolerant sinds de Gouden Eeuw, progressief sinds Aletta Jacobs, genderneutraal sinds de Dolle Mina's. Feminisme? Dat is hier toch allang niet meer nodig?
Het feit dat we nu tussen Amerika en Burundi op de Gender Gap Index staan past niet in dat zelfbeeld. Die cognitieve dissonantie - de spanning tussen wat we geloven en wat we zien - lost zichzelf op via de makkelijkste route: de tegenstrijdige informatie ontkennen. "Die ranglijst meet verkeerd." "In Nederland kiezen vrouwen er zelf voor." Of gewoon: negeren.
Vakbond FNV vat ons vertekende zelfbeeld perfect samen als een ‘gidslandcomplex’: "Omdat we denken dat we alles goed geregeld hebben, blijft ons emancipatiebeleid achter bij andere landen." We worden aan alle kanten ingehaald door landen waarvan wij denken dat zij óns als gidsland zien. In werkelijkheid lopen wij ver op hen achter.
Fopfeminisme - waarom we onszelf voor de gek houden
De stilte rond de daling op de Gender Gap Index is een typisch voorbeeld van het Fopfeminisme waar mijn nieuwe boek over gaat. Fopfeminisme houdt in dat we onszelf foppen met het idee dat Nederland ontzettend progressief en gelijkwaardig is waardoor we niet meer strijden voor gendergelijkheid, terwijl de cijfers het tegendeel schreeuwen:
Vrouwen verdienen gemiddeld 10% minder per uur
41% van de Nederlandse vrouwen heeft ooit fysiek of seksueel geweld meegemaakt
Slechts 28,8% van de topfuncties is in handen van vrouwen, en Nederland staat op plek 74 voor economische kansen voor vrouwen
43% van de Nederlandse vrouwen krijgt te maken met zwangerschapsdiscriminatie
En elke acht dagen wordt in Nederland een vrouw vermoord door haar (ex-)partner
Maar hé, we hebben toch gelijke rechten op papier? Dus waar zeur je over?!
Fopfeminisme werkt als een collectieve fopspeen - het stilt de honger naar echte gelijkheid niet, maar zorgt wel dat we stoppen met huilen.
Deze zelfmisleiding verlamt verdere emancipatie. Als je gelooft dat je "er al bent," waarom zou je dan nog vechten? Als je denkt dat discriminatie "hier wel meevalt," waarom zou je er dan beleid tegen maken? Als je jezelf wijsmaakt dat ongelijkheid vooral een individuele keuze is, waarom zou je dan het systeem proberen te veranderen?
En ondertussen worden we aan alle kanten ingehaald. In 2008 stonden we nog op de 9e plaats in de Gender Gap Index, nu zijn we afgegleden naar plek 43, maar het lijkt niemand te interesseren. Geen kamerdebat, geen crisisberaad, geen talkshowitem, niet eens een berichtje in de kantlijn van de grote kranten.
Het doet denken aan wat socioloog Diane Vaughan de ‘normalization of deviance’ noemt: hoe geleidelijke verslechtering normaal gaat voelen zolang niemand protesteert. Maar dit is geen kleine afwijking meer. Dit is een alarmerend datapunt dat recht voor onze neus ligt, en toch collectief wordt genegeerd.
Media onlogica
Maar waaróm blijft het nou zo stil? Daar spelen politiek en media een hoofdrol in.
Zowel politiek als media zijn verslaafd geraakt aan acute, zichtbare problemen. Migratie, veiligheid en koopkracht domineren de agenda; onderwerpen die makkelijk als crises te framen zijn. Emancipatie, wat traag, complex en zelden breaking news is, verdwijnt uit beeld. Wat in Den Haag niet urgent wordt gevonden, haalt het journaal niet eens — laat staan de talkshows.
Deze trend is de afgelopen jaren alleen maar sterker geworden. Waar vroeger nog ruimte was voor langetermijndenken en structurele thema’s binnen media en politiek, draait nu alles om wat direct scoort, zeker nu er weer verkiezingen aankomen. De aandachtseconomie, gedreven door likes, clicks en algoritmes, beloont nieuws dat snel en massaal gedeeld wordt, niet nieuws dat ingewikkeld of langzaam is. Verhalen die polariseren, choqueren of direct te begrijpen zijn, krijgen voorrang op nuance en diepgang. Media concurreren om aandacht en zijn daardoor steeds meer geneigd om problemen als crises te brengen, want dat levert clicks en shares op — zelfs als de inhoud daardoor oppervlakkiger of sensationeler wordt.
Als urgentie wordt bepaald door clicks en volume, raakt gelijkheid vanzelf ondergesneeuwd.
Maar de oorzaken van de stilte zitten dieper. Nederlandse media hebben een hardnekkig representatieprobleem: slechts een kwart van de experts die we in het nieuws zien is vrouw. Ja, 43% van de journalisten is inmiddels vrouw, maar de mensen die we horen, zien en die de dienst uitmaken zijn nog steeds voornamelijk mannen. Geen wonder dat onderwerpen als emancipatie nauwelijks doordringen tot de voorpagina’s en talkshows. Denk maar aan die inmiddels beruchte extra uitzending van Café Kockelmann over Iran: opnieuw vooral mannen aan tafel om de oorlog te duiden. Zo ziet een blinde vlek eruit, live op prime time.
We weten eigenlijk niet eens hoe groot dit prbleem is. De representatie van vrouwen in de media is geen vast onderdeel van de Emancipatiemonitor en er is geen jaarlijkse rapportage. We meten het niet, dus we kunnen niet eens officieel vaststellen hoe scheef het eigenlijk is. En zolang we het niet meten, blijft het probleem onzichtbaar — en dus onveranderlijk.
Daarnaast herhalen journalisten elkaars nieuwskeuzes. Als de NOS de Gender Gap-daling niet oppikt, doet de Volkskrant het ook niet. Als RTL er geen item aan wijdt, schrijft Het Parool er ook niet over. Nieuws ontstaat in een ecosysteem van onderlinge beïnvloeding, en gendergelijkheid valt daar systematisch buiten.
De spiraal van stilte: waarom niemand praat over gendergelijkheid
Dan is er ook nog het zwijgen van he Nederlandse volk. En dat kan verklaar worden door de ‘spiraal van stilte’-theorie van de Duitse politicoloog Elisabeth Noelle-Neumann's. Wanneer individuen geloven dat hun bezorgdheid over gendergelijkheid niet gedeeld wordt door de meerderheid, ontstaat er een neiging tot zwijgen uit angst voor sociale isolatie. In Nederland heerst het idee dat genderongelijkheid een 'opgelost' probleem is, waardoor kritische stemmen verstommen. Want wie wil er nou een roepende in de woestijn zijn?
Maar die stilte is niet universeel: vrouwen van kleur, LHBTIQ+ vrouwen en vrouwen met een beperking trekken al decennia aan de bel — vaak tevergeefs. In de jaren tachtig was er bijvoorbeeld de actiegroep Sister Outsider, een collectief van zwarte lesbische vrouwen in Amsterdam, dat racisme, seksisme en homofobie in Nederland aankaartte en zichtbaarheid eiste voor hun ervaringen. Vandaag de dag bundelen organisaties als TIYE International, een koepel van 21 organisaties van zwarte, migranten- en vluchtelingenvrouwen, de stem van vrouwen die structureel buiten beeld blijven. Maar hun ervaringen werden en worden steevast weggezet als ‘identiteitspolitiek’ en dus genegeerd. Voor deze vrouwen is Nederland op plek 43 op de Gender Gap Index geen verrassing — het is simpelweg hun dagelijkse realiteit.
De perceptiekloof
Uit onderzoek van Oxfam Novib (2023) blijkt dat 90% van de Nederlanders erkent dat vrouwen en mannen ongelijk behandeld worden, maar slechts 40% dat ziet als een serieus probleem.
Dat is de klassieke knowledge–action gap: we wéten dat er ongelijkheid is, maar we handelen er niet naar. Er is bewustzijn, maar geen urgentie. En zolang niemand het als crisis ziet, voelt niemand zich verantwoordelijk om het op te lossen.
Landen die het wél snappen
Terwijl wij zakken, stijgen anderen. En dat is geen toeval.
Namibië – 8e plek: Gendergelijkheid is daar geen window dressing, maar sinds de onafhankelijkheid in 1990 grondwettelijk verankerd én afgedwongen met harde quota en handhaving. Het land meet, monitort en grijpt in als de cijfers achterblijven. Resultaat: in 2025 zijn zowel de president als de vicepresident vrouw — geen symboliek, maar structurele macht.
Moldavië – 7e plek: Gendergelijkheid is hier geen Scandinavisch exportproduct, maar het resultaat van politieke wil en doorpakken. Sinds 2020 wordt het land geleid door een vrouwelijke president en vrouwen bezetten inmiddels 40% van de ministersposten. Geen excuusbeleid, maar structurele vooruitgang: quota, investeringen in onderwijs en een stevige vertegenwoordiging van vrouwen in het parlement. Moldavië laat zien dat je geen miljarden nodig hebt voor een plek in de mondiale top 10 — alleen lef en keuzes.
IJsland - al 16 jaar nummer 1 met 92,6% - heeft een simpele strategie: niet eindeloos polderen, maar keiharde actie. Is er een loonkloof? Dan komt er een wet die bedrijven verplicht om gelijk loon te bewijzen - en anders volgt er een boete. Te weinig vrouwen aan de top? Dan komt er gewoon een quotum van minimaal 40% vrouwen in de bestuurskamer. Ouderschapsverlof? Elke ouder krijgt zes maanden betaald verlof, en vaders moeten zelf hun deel opnemen, ze kunnen het niet aan hun partner overdragen. Geen vrijblijvende streefcijfers, maar harde eisen en directe consequenties.
En hoe zit het dan met Nederland? Een tijdlijn.
1980: Nederland ondertekent het VN-Vrouwenverdrag. Doel van het verdrag: gelijkheid voor vrouwen in 2000.
1991: Nederland ratificeert daadwerkelijk dat verdrag 11 jaar later, terwijl andere landen dat binnen een jaar na ondertekenen deden! Doel wordt bijgesteld: 2010.
2000: Uitgesteld naar 2020
2010: "2030 is realistischer"
2020: "Waar hadden we het ook alweer over?”
2025: Plek 43 en collectief schouderophalen
We zijn de student die elke week zegt dat-ie "echt morgen gaat beginnen" met studeren. Maar dan op landelijk niveau. En over mensenrechten. Nederland deed er al 11 jaar over om een verdrag te ratificeren dat andere landen binnen een jaar bekrachtigden - een vroeg signaal van onze chronische uitsteltactieken en desinteresse.
Holmes had gelijk: de stilte ís het bewijs
Het ontbreken van ophef over de daling op de Gender Gap Index is zelf een "hond die niet blaft" - een stille maar veelzeggende aanwijzing dat gendergelijkheid in Nederland onvoldoende aandacht krijgt, ondanks de feitelijke achteruitgang. We hebben collectief besloten dat vrouwenrechten geen politieke prioriteit zijn, geen nieuwswaarde hebben, geen urgentie verdienen. En dus komen we ook niet in actie om ze te verbeteren, en zullen we, als we zo doorgaan, steeds verder wegzakken op de index.
De stilte is de soundtrack van de status quo.
De prijs van stilte
Los van de morele, menselijke en wettelijke bezwaren tegen deze ongelijkheid, is het financieel ook niet slim. Onderzoek van McKinsey wijst uit dat we 114 miljard euro laten liggen door de genderongelijkheid in Nederland. Daarmee kunnen we het complete woningtekort oplossen (€50 miljard), gratis kinderopvang voor iedereen invoeren (€4 miljard per jaar), het hele onderwijssysteem renoveren (€15 miljard), en dan houden we nog €45 miljard over. In het meest ideale (maar theoretische) scenario van volledige gendergelijkheid zou de winst zelfs kunnen oplopen tot 221 miljard euro!
En toch lijken we die enorme prijs voor lief te nemen. We vinden die 43e plaats blijkbaar prima. We zijn tenslotte al "best ver" met emancipatie (niet mijn woorden). Pas wanneer we de stilte doorbreken — wanneer plek 43 eindelijk de crisis wordt die het daadwerkelijk is — kunnen we beginnen met bouwen aan het Nederland dat we dachten dat we al waren.
💬 Help mee met Fopfeminisme
Fopfeminisme moet gaan over wat er écht speelt, niet over wat wij onszelf collectief voorhouden over de staat van het Nederlandse feminisme. Dus ik wil heel graag jullie hulp vragen bij het boek. Elke week stel ik één scherpe vraag, waarvan ik hoop dat je deze wilt beantwoorden. Zodat ik beter begrijp wat er speelt, waar mijn blinde vlekken zitten en zodat dit boek over meer gaat dan alleen mijn perspectief. Zo maken we samen korte metten met fopfeminisme.
Vraag van de week: Wat was voor jou het moment waarop je dacht: “Wacht eens even, zo progressief is Nederland helemaal niet.”
Dank je wel voor je reactie en het meedenken!
Tot volgende week,
Lisa
P.S. Ken je iemand die feminisme (of Fopfeminisme) net zo scherp volgt als jij? Stuur deze nieuwsbrief door! Want we stijgen alleen van plek 43 naar plek 1 als we samen meer lawaai maken.
P.P.S. Mijn Druktemakerscolumn die de aanleiding was voor deze nieuwsbrief bekijk je hier:
Ik liep dit voorjaar mee in de Feminist March. En ik heb ook de speeches op de Dam meegekregen. Ik was blij met de variatie aan vrouwen die allemaal hun eigen verhaal deden.
Achteraf hoorde ik dat er een hele groep vrouwen ontevreden was en zelfs weg is gegaan. Ze konden zich niet herkennen in de verhalen van die vrouwen die zo anders leken dan zij. (Wit en hoog opgeleid, net als ik) Een bekende vond ook dat het niet professioneel was georganiseerd....Ik schaamde me voor mijn (ogenschijnlijk) soortgenoten. Wat is dat toch, dat ook wij vrouwen elkaar nog steeds een hak willen zetten of buiten willen sluiten?
Vraag van de week: Wat was voor jou het moment waarop je dacht: “Wacht eens even, zo progressief is Nederland helemaal niet.”
Ik kwam er achter dat Nederland helemaal niet progressief is, toen we na de val van kabinet Rutte 3, toch gewoon op dezelfde partijen bleven stemmen. En de val van Rutte 4? Nog conservatiever!
Johan Derksen blijft populair, ookal heeft hij publiekelijk toegegeven een vrouw verkracht te hebben, lekker bezig Nederland. We moeten ons schamen.